Ziva en Rhody 17-4-2021

Sinds vorige week Heb ik nieuwe huisgenootjes. 2 kleine ieni mini kittens: Een schildpadpoes: Ziva, en een rode: Rhody. Ze wogen veel te licht, Rhody woog 450 gr en Ziva 350. Van de dierenarts krachtvoer gekregen. Er komt gelukkig steeds meer beweging en ze spelen elke dag meer.

Ziva
Rhody

Onthechten

Of het nu gaat om een opname in een verpleeghuis of om een definitief afscheid, in beide gevallen is er sprake van verdriet en gemis. In beide gevallen is er sprake van verplichte onthechting. Dat is een moeilijk proces, waar je doorheen moet. Het is de enige manier om weer verder te kunnen gaan. Maar het is een rouwproces en dat kost tijd.

www.hanscieremans.nl/2019/09/09/onthechten/

Dag mooi mens, ik mis je zo….

Zal ik jou ooit weer tegenkomen..
Ergens op een warme dag
Jouw stem weer even horen
Jouw wang weer even kussen
Jouw onbevangen warme lach..


Zal ik jou ooit nog weer eens horen..
Zomaar op een gegeven moment
Dat de telefoon gaat
En jij weer tegen mij aanpraat
Alsof je nooit ontslapen bent
Wij zouden huilen
Wij zouden drinken
Wij zouden zingen
Het ging ons om de kleine dingen


Zal ik jouw sterven ooit kunnen vergeten?
Opeens zonder ik het weet
Alsof jij altijd naast mij hebt gezeten
En je nooit bent weggeweest
We zouden erom lachen
We zouden erom dansen
We zouden anderen voor gek verklaren
We zouden ons dit leed besparen


Ik omhels jou in gedachten
Jij zal op mij zitten te wachten
Met in jouw hand
een glaasje wijn
eentje voor jou
en eentje voor mij


Het zal vast nog even duren
Maar ooit
Zal het zo zijn..


Geschreven door Deanne. 
April 2021

Afstand en nabijheid in coronatijd

Soms ben ik mij, een beetje kwijt

Mijn nabijheid

Impulsiviteit

En tomeloze onbevangenheid

Verdwaald,

in een tweestrijd

Waar verstand en gevoel continu rivaliseren

Vrees en toegenegenheidelkaar verteren

Alle wegen vol met beren

Die niet letten,

op de tijd

Het wikken en het wegen

Tussen voors en de tegens

Overschaduwen persoonlijkheid

In een te lang durend respijt

Gewoon weer mens zijn

Dat zou mijn diepste wens zijn

Weer dichtbij jou zijn

En bij jou,

en jou,

en zelfs jou

Simpelweg

.Bij iedereen waar ik van hou

En bij de rest.

Want,

dit is verreweg

de allertreurigste test.

Geschreven door mijn collega, vriendin D.

(foto : Opgesloten liefde)

COVID tijd..

🤍

Het is soms een ware kunst
Om te kunnen blijven geven
Zonder angst en
zonder beven
Maar met beide benen
op de grond
Al zakt het soms onder je vandaan
En dan ‘gewoon’ maar blijven staan
Je masker op
Nu letterlijk en figuurlijk
Vreemd en onnatuurlijk
Maar vanuit liefde gedragen
En voor rust in het gemoed
Omdat je weet dat je het voor die ander doet
En met je ogen te spreken
Wanneer de mimiek nu moet ontbreken
Blijft warmte doch in overvloed

Het is soms een ware kunst
Maar met Liefde.

Geschreven door D

Zuster, hoor eens..

Zuster, hoor eens

Zie me niet als een verwarde,
achterdochtige persoon
en benader mij beslist niet
op betuttelende toon.
Noem me daarom dus geen ‘lieverd’,
doe niet of je me goed kent.
Ik ben net een mens als jij hoor,
ook al noem je mij ‘dement’.

Ik ben oud en ook volwassen,
gebruik dus geen babytaal.
Vriend’ lijk zijn vind ik geweldig,
maar praat met mij heel normaal.
Ook al raak je soms vertederd,
ook al ben je me soms zat,
ook al vind je me wel aardig,
dan ben ik nog niet jouw ‘schat’.

‘k Ben van zorg helaas afhank’ lijk
en dat doet me best veel pijn.
Desondanks ben ik jou dankbaar,
dat je er voor mij wil zijn.
Bouw aan wederzijds vertrouwen,
ook al maak ik soms misbaar.
Praat daarbij met mij respectvol,
gelijkwaardig aan elkaar.

© Hans Cieremans

Toon Hermans

Er moeten mensen zijn
die zonnen aansteken,
voordat de wereld verregent.

Mensen die zomervliegers oplaten
als het ijzig wintert,
en die confetti strooien
tussen de sneeuwvlokken.

Die mensen moeten er zijn.

Er moeten mensen zijn
die aan de uitgang van het kerkhof
ijsjes verkopen,
en op de puinhopen
mondharmonica spelen.

Er moeten mensen zijn,
die op hun stoelen gaan staan,
om sterren op te hangen
in de mist.
Die lente maken
van gevallen bladeren,
en van gevallen schaduw,
licht.

Er moeten mensen zijn,
die ons verwarmen
en die in een wolkeloze hemel
toch in de wolken zijn
zo hoog
ze springen touwtje
langs de regenboog
als iemand heeft gezegd:
kom maar in mijn armen

Bij dat soort mensen wil ik horen
Die op het tuinfeest in de regen BLIJVEN dansen
ook als de muzikanten al naar huis zijn gegaan

Er moeten mensen zijn
die op het grijze asfalt
in grote witte letters
LIEFDE verven
Mensen die namen kerven
in een boom
vol rijpe vruchten
omdat er zoveel anderen zijn
die voor de vlinders vluchten
en stenen gooien
naar het eerste lenteblauw
omdat ze bang zijn
voor de bloemen
en bang zijn voor:
ik hou van jou

Ja,
er moeten mensen zijn
met tranen
als zilveren kralen
die stralen in het donker
en de morgen groeten
als het daglicht binnenkomt
op kousenvoeten

Weet je,
er moeten mensen zijn,
die bellen blazen
en weten van geen tijd
die zich kinderlijk verbazen
over iets wat barst
van mooiigheid
Ze roepen van de daken
dat er liefde is
en wonder
als al die anderen schreeuwen:
alles heeft geen zin
dan blijven zij roepen:
neen, de wereld gaat niet onder
en zij zien in ieder einde
weer een nieuw begin
Zij zijn een beetje clown,
eerst het hart
en dan het verstand
en ze schrijven met hun paraplu
i love you in het zand
omdat ze zo gigantisch
in het leven opgaan
en vallen
en vallen
en vallen
en OPSTAAN

Bij dát soort mensen wil ik horen
die op het tuinfeest in de regen BLIJVEN dansen
ook als de muzikanten al naar huis zijn gegaan
de muziek gaat DOOR
de muziek gaat DOOR
en DOOR

~Toon Hermans~

Schuldgevoel

Schuldgevoel

Het schuldgevoel
blijft aan me knagen.
Jij loopt continu,
mijn aandacht te vragen.
Ik kan geen stap zetten,
ik moet op je letten.
Ik kan er niet tegen,
’t grijpt mij naar de keel.
Ik wil je wel helpen,
maar ’t wordt soms te veel.
Dan word ik boos,
word ik ongeduldig.
En als jij dan huilt,
dan voel ik me schuldig.

Ze zijn goed bedoeld
alle adviezen.
toch dreig ‘k steeds vaker
de moed te verliezen.
’t Is zo tegenstrijdig,
waarom word ik nijdig?
Is het mijn onmacht,
ben ik te moe?
Is het de vraag:
‘Waar gaat dit naartoe?’
Ik zou zo graag willen
om alles te geven.
Maar ik heb toch ook
een eigen leven?

Is ’t egoïstisch
om dat te denken?
Die vraag druk ik weg,
‘k bedien op je wenken.
Ik doe wat je zegt,
mijn lach is niet echt.
Soms wil ik vluchten,
kan ik het niet aan.
Dan houd jij me tegen,
je laat me niet gaan.
Langzaam maar zeker
laat ik de moed zakken.
Kan ik het ooit weer;
‘Mijn leven oppakken?’

Je schuldig voelen
kost veel waterlanders,
maar echt schuldig zijn,
is heel wat anders.

© Hans Cieremans

 

Als ik mezelf niet meer ben.

Als ik mezelf niet meer ben

Als mijn geheugen het eens af laat weten
en ik mezelf niet meer ben.
Als ik gekweld word door angstig vergeten,
als ik jou niet meer herken.
Als ik niet meer uit mijn woorden kan komen,
als ik soms plas in mijn broek.
Als dementie levenszin heeft ontnomen,
kom dan bij mij op bezoek.

Breng dan wat kleur in mijn leven,
ook al weet ik niet meer wie je bent.
Vergeet me dan niet en troost me heel even,
geef me soms nog zo’n kostbaar moment.

Als ik niet weet hoe ik mij aan moet kleden,
ben ik de weg kwijt geraakt.
Als ik geen toekomst meer zie in het heden,
als tijd het verschil niet meer maakt.
Als mijn gedachten in mist gaan verdwijnen,
herinn’ ring in nevelen hult.
Als ik dan huil, leg jouw hand in de mijne,
leid mij naar het licht, met geduld.

Breng dan wat kleur in mijn leven,
ook al weet ik niet meer wie je bent.
Vergeet me dan niet en troost me heel even,
geef me soms nog zo’n kostbaar moment.

Als op een dag de mist op zal trekken,
laat me dan los, laat me gaan.
Ik ga dan op reis, een nieuw leven ontdekken,
een reis naar een eeuwig bestaan.
Maar blijf tot die dag, dat de mist wordt verdreven,
bereid saam de reis met me voor.
De reis van vertrouwen in ‘t eeuwige leven
waar ik bazuingeschal hoor

Maar blijf tot die tijd in mijn leven,
ook al weet ik niet meer wie je bent.
Vergeet me dan niet en troost me heel even,
geef me soms nog zo’n kostbaar moment.

© Hans Cieremans

Regeltjes

regeltjes (discussie)

Hij rookte haast heel zijn leven,

da’s natuurlijk niet gezond.

En hij dronk ook vaak een pilsje

met het flesje aan zijn mond.

Maar zo leefde hij zijn leven,

niet zo slim, maar hij genoot.

Hij dacht geen moment aan stoppen,

want hij ging nog liever dood.

.

Nu ligt hij in een verpleeghuis

en daar is een rookverbod.

Sterke drank werd hem verboden

en de koelkast ging op slot.

Want dat zijn nu eenmaal regels,

drinken dat is ongepast

en het roken is onveilig

en bezorgt ook overlast.

.

In het huis zeggen de mensen:

‘Ja, het is zijn eigen schuld.

Had hij anders moeten leven,

overlast wordt niet geduld’.

Nu slijt hij zijn laatste jaren,

zonder roken, zonder drank.

Want de regels zijn de regels,

het moet tegen wil en dank.

.

Ik begrijp het: ‘Er zijn regels’,

maar we hebben afgeleerd

om nog creatief te denken,

want de regel prevaleert.

We verschuilen ons daarachter,

regels vinden wij heel goed.

Maar door creatief te denken,

kom je wensen tegemoet.

.

Gun die man zijn laatste maanden

af en toe nog wat plezier.

Dat kan met een sigaretje

en een lekker potje bier.

Zoek daarom naar moog’ lijkheden,

een idee, wees assertief.

Dus als regeltjes gaan knellen,

denk dan weer eens creatief.

© Hans Cieremans

Zoveel kwijt….

safe_image
Vroeger was je heel innemend,
levenslustig, grappig, lief.
Nu ben jij heel achterdochtig,
angstig, somber, inactief.
Als je mij iets wil vertellen
snap ik niet wat jij bedoelt.
En ik moet voortdurend gissen,
wat jij denkt en wat jij voelt.

Als ik bij je op bezoek kom,
ben jij in jezelf gekeerd.
Om contact met je te maken,
heb ik alles geprobeerd.
Meestal ben je dan onrustig
en ook heel vaak prikkelbaar.
Wat een vreemde zuster wel lukt,
krijg ik zelf niet voor elkaar.

Dan zit ik me af te vragen
hoe dat kan, want zij is vreemd.
Is dat omdat jij nu hier bent,
dat je mij dat kwalijk neemt?
Of dat vreemde ogen dwingen?
‘k Weet het niet, maar het doet zeer.
Ik mis jou, ik wil je helpen,
maar ik weet het soms niet meer.

‘k Mis de lichtjes in je ogen,
jouw beminnelijke lach.
En waar ik niet aan kan wennen:
Jouw veranderde gedrag.
‘k Mis je liefdevolle aandacht,
ik ben zoveel van je kwijt.
Ik mis alles wie jij ooit was.
Waar is jouw persoonlijkheid?.

© Hans Cieremans

 

Afscheid..

IMG_5528

Lieve Mw vd E
Ik heb je leren kennen
als een bijzondere vrouw.
De tijd dat je bij ons was,
wist je precies wat je wilde.
Brood zonder korsten,
een kopje thee met veel suiker.
En áltijd een koekje erbij,
en nog een koekje en nog 1
.
Begin van de middag steevast naar je appartement,
waar je heerlijk op jezelf kon zijn.
De warme maaltijd het liefst aardappels, groente en een klein stukje vlees,
en de vla en melk maakten we warm in de magnetron.
.
Savonds steevast om 7 uur op bed, het liefst nog eerder..
en zeker deden we allen ons best om jou tevreden te stellen.
En als je het niet aanstond, dan zei of hoorden we je wel.
Nooit zal ik vergeten wat je vertelde over de schooljuffrouw!
Dat bleef jou je hele leven bij en heeft jouw veel verdriet gedaan.
Smorgens na de zorg als ik haren kamde,
trok je altijd een raar gezicht voor de spiegel, (en ik ook)
En samen lachten we hierom..
Je vond jezelf oud als je in de spiegel keek.
Ik ben al 96!    zei je dan..
Bij het naar brengen, ging je altijd de foto’s bij langs,
Je was trots op je man, je kinderen.
Even bij je op de rand van het bed zitten en kletsen voor je ging slapen, genoot je van.
Over je zere plek op de rug wrijven werd een ritueel.
.
Genieten kon je van muziek,
je hand en vingers kwamen in de lucht en deden dan mee.
En dan dat hikje, kwam ook vaak terug.
Je kon er niets aan doen en klonk zo grappig. “HIK”
.
Je komt nu niet meer van bed,
Het is goed geweest voor jou.
Ik wil slapen
zeg je..
“en niet meer uit bed!
Je wilt of kunt niet meer..
Je lichaam wordt zwakker,
je praten wordt gefluister..
De woorden vaak verdraaid..
Rust nu maar uit..
Je hoeft niet meer te kunnen.
Er wordt goed voor je gezorgd..
.
Voor mij, toch eerder dan verwacht,
ben je zachtjes heengegaan.
in het bijzijn van Anja en Jelle
die waren er altijd voor jou.
Nu mag je altijd slapen en rusten
in Vrede.

.

We gaan je missen..
Bedankt dat je er was,
dat we voor je mochten zorgen,
het laatste stuk van je leven.
Ik zal je niet vergeten.
.
Jess

Laten wij ze niet vergeten

laten-wij-825x210

Laten wij ze niet vergeten

Laten wij ze niet vergeten,
als ze ons vergeten zijn.
Laten wij wat zonlicht schenken
in hun schemerige brein.

Laten wij hun tranen drogen,
met de warmte van ons hart.
Laten wij ze richting geven
in de weg die hun verwart.

Laten wij ze niet vergeten,
als herinnering verbleekt.
Laten wij dan naar hen luist’ren,
als slechts hun verleden spreekt.

Laten wij dan mee bewegen
in beleving van weleer.
Laten wij vertrouwen geven,
niets steeds zeggen ‘kan niet meer’.

Laten wij ze niet vergeten,
als ze ons vergeten zijn.
Laten wij elkaar beloven
om er steeds voor hen te zijn.

©Hans Cieremans

 

Ons geluk

ons geluk

Soms is het moeilijk jouw aandacht te krijgen,
je kijkt, maar jij ziet me niet.
Ik weet intussen, ‘t is beter te zwijgen
en blader wat in een Margriet.
Ik lees geen woord, ik kijk naar de plaatjes
en denk aan hoe het eens was.
We waren verliefd en heel dikke maatjes,
net zestien en groen als het gras.

We zijn vroeg getrouwd, de kindertjes kwamen,
we kregen een dochter en zoon.
En al ons geluk, dat deelden we samen,
geluk was destijds heel gewoon.
We hadden het fijn, we hebben genoten,
het leven was toen één groot feest.
Die tijd is voorbij, voorgoed afgesloten,
wat was komt niet meer, da’s geweest.

Het leven neemt nu een andere wending,
niet zoals wij hadden gehoopt.
Ons levensverhaal krijgt geen ‘happy ending’,
door Alzheimer word jij gesloopt.
Het leven is eindig, da’s niet te vermijden,
maar zo valt die eindigheid zwaar.
Het is zo verdrietig om jou te zien lijden,
dit wilden we niet voor elkaar.

Ik vind het moeilijk jouw aandacht te krijgen,
dus staar ik maar in een Margriet.
Alzheimer is ons geluk gaan bedreigen,
het wordt nu vermengd met verdriet.
Alzheimer wil de herinn’ ring verstoren,
herinnering aan ons geluk.
Maar dat lukt niet, dat gaat nooit verloren,
zelfs Alzheimer krijgt dat niet stuk.

© Hans Cieremans

Alles…

Alles
wat je ergert,
is er om je te leren 
over geduld.

Iedereen
die je verlaat,
leert je om
op eigen benen te staan.

Alles
wat je boos maakt,
is er om je te leren
over compassie
en vergeving.

Alles
wat macht over je heeft,
is er om je te leren
hoe je je kracht weer in eigen handen kan nemen.

Alles
wat je haat,
is er om je te leren
over onvoorwaardelijke liefde.

Alles
waar je bang voor bent,
is er om je te leren
over moed en
het overkomen van je angst.

Alles
wat je niet kan controleren,
is er om je te leren
hoe je los kan laten en
te vertrouwen op het Universum.

-Tiger Singleton-DSCN8891

Samen, afzonderlijk

zo

Samen, afzonderlijk

Onderstaand gedicht is geschreven op de melodie van Donna, donna (Joan Baez)

muziek donna donna

Zo vertederend,
soms vernederend.
’t Voelt zo dubbel als ik haar zie.
Zo vergankelijk,
zorgafhankelijk,
het gezicht van haar dementie.
Ik zie al haar kwetsbaarheid,
‘k voel verborgen pijn.
Maar ze raakt me, ze ontroert,
een mens dat er mag zijn.

Samen zijn we nu afzonderlijk,
heel alleen, toch bij elkaar.
Maar de liefde is  verwonderlijk,
want ik houd nog  veel van haar

Zo uitdrukkingsloos,
zo fragiel, zo broos,
leeft ze in haar vergetelheid.
Ver weg, toch dichtbij,
soms verbaast ze mij,
als ze terug gaat in haar tijd.
Zij kent slechts het hier en nu,
herinnering herleeft.
Dat geeft zin aan haar bestaan,
wat nog voldoening geeft.

Samen zijn we nu afzonderlijk,
heel alleen, toch bij elkaar.
Maar de liefde is  verwonderlijk,
want ik houd nog  veel van haar

Ontoerekenbaar,
soms onhandelbaar
in haar schemerig perspectief.
Verliest in haar strijd,
trots en waardigheid,
maar ik heb haar nog innig lief.
Ik probeer te troosten,
wat  niet te troosten is,
zoekend naar genegenheid,
die ik van haar mis.

Samen zijn we nu afzonderlijk,
heel alleen, toch bij elkaar.
Maar de liefde is  verwonderlijk,
want ik houd nog  veel van haar

© Hans Cieremans

Dag van de verpleging

 

De ene mens vroeg eens aan de ander;

 

‘Stel je nu voor,

dat we ooit in de steek gelaten worden

door onze geest.

En we weinig meer zullen weten.

Of wellicht zelfs helemaal niets.

Met onze ziel vastgeklemd

onder de arm.

Verdwaald op onze levensweg.

Zoekend naar een ver verleden,

of iets anders, dat onvindbaar is.

Stel je dat nu eens voor.

Wat rest ons dan nog?’

 

De ander dacht even diep na en zei;

 

‘Ookal zijn we dan nog maar een schim,

van wie we ooit waren.

Heeft de tijd ons ingehaald,

en lijken we in wezen nauwelijks nog

op diegene in onze vroegere jaren.

We blijven mens,

we blijven altijd méns.’

 

En hij richtte zijn blik even omhoog.

De azuurblauwe hemel deed hem zijn ogen bijna sluiten.

 

‘Weet je?

Het enige wat we kunnen is hopen.

 

Hopen dat we

dát ook zullen blijven.

In andermans nabijzijn,

in andermans ogen,

in andermans handen.

Dat een stem je geruststelt en zegt;

‘Ik zie jou. Ik ken jou.’

 

‘Want uiteindelijk, is dat

het enige wat telt.

 

Méns te blijven.’

 

D.

 

#Trots👩‍⚕️💛

Geschreven door een vriendin Deanne